ylliX - Online Advertising Network
Een bijzondere ontmoeting in Jomtien

Een bijzondere ontmoeting in Jomtien


Jomtien is net als zijn grote zus Pattaya en oude tante Bangkok een borrelende melange van culturen, maar ook van allerhande geneugten, met voor elk wat wils, zij het niet zo intens als in de beruchte buurgemeente. Voor de één is dat namelijk het paradijs en voor de ander de ondergang. Gelukkig ligt het accent er meer op vertier en amusement dan op de tragiek. Ook in het aangrenzende en nog steeds wat rustigere Jomtien, dus. Deze ontmoeting beweegt zich echter eerder richting dat laatste, niet zozeer voor mij, maar voor de hoofdrolspeler, een Duitse expat die ooit was neergestreken in Thailand en er nooit meer weg is gekomen.

Op mijn werk was er een sympathieke Duitse collega die helemaal bezeten was van uurwerken. Zijn inmiddels overleden vader was een heuse horlogemaker geweest en had zijn zoon danig geïnfecteerd met het virus dat de familie al generaties lang van brood op de plank had voorzien. Omwille van het brood hoefde mijn collega zich niet met de tikkende staaltjes van techniek bezig te houden, maar zijn passie voor tijdmeters deed niet bepaald onder voor die van zijn vader. Hij kon mij dan ook urenlang met de meest fascinerende feiten over horloges om de oren slaan en omdat ik het zelf ook boeiende materie vond, gebeurde dat ook frequent en langzaam raakte ook ik besmet met hetzelfde virus dat hij van zijn vader had geërfd. Na een aantal jaren samen lunchen en kletsen op kantoor (vermomd als vergaderingen) kon ik beschikken over wel 10% van zijn parate theoretische kennis aangaande de wereld van de uurwerken en over 1% van zijn praktische skills. Niet dat ik niet goed had opgelet tijdens zijn colleges, maar de hoeveelheid informatie was gewoonweg niet op te slaan op mijn al tamelijk goed gevulde harde schijf. Bovendien was ik ook meer dan hij geïnteresseerd in de mogelijkheid om een slaatje te slaan uit het handelen in horloges.

Denk nu vooral niet dat ik een succesvolle horlogeverkoper werd, maar ik vond het wel grappig om een klokje op markt één te kopen en met wat winst op markt twee weer door te verkopen. En dan liefst na het kleinood tussendoor een tijdje zelf gedragen te hebben. Mijn intussen verworven kennis van de materie stelde mij in staat om goede keuzes te maken bij de selectie van aan te schaffen klokken. Mijn collega walgde licht van deze opportunistische visie die ik op zijn passie had, maar was aanvankelijk toch bereid om mij bij een miskoop terzijde te staan middels een advies of mogelijk benodigde reparatie. Ik zeg er ‘aanvankelijk’ bij, want na een tijdje had hij geen belangstelling meer voor mijn banaliteiten en stond ik er alleen voor. Even goede vrienden gebleven, maar de kneusjes die ik in Marktplaats en elders op de kop tikte kwamen bij hem niet meer de werkplaats in, tenzij tegen een dusdanige vergoeding dat ieder uitzicht op een kleine winst in dikke rook opging.

Horloges uit Azië; juweeltjes of schroot?

In die jaren kocht ik ook wel eens wat op de Duitse EBay. Er was een verkoper in Thailand die horloges veilde in Duitsland, die echter doorgaans niet de allerhoogste bedragen opleverden omdat ‘kenners’ wisten dat horloges in de tropen meer lijden dan hun Zwitserse producenten bij de ontwikkeling ervan voor de geest hadden gehad. Denk aan hitte, vocht en ruige omgangsvormen, naast het meestal ontbreken van enige vorm van onderhoud. Dergelijke exemplaren vertoonden dan ook duidelijk meer slijtage dan hun in het Westen gedragen tegenhangers met als dieptepunt vette roest aan de binnenkant. Later leerde ik dat de oorspronkelijke herkomst van deze categorie van horloges vaak niet Thailand was maar veelal landen als Laos en Cambodja waar spelers in gokhuizen de dingen voor weinig geld inwisselden om nog een gokje te kunnen wagen als de contanten waren ingeleverd, maar de speelzucht nog niet afgenomen, om niet het woord gokverslaving in de mond te moeten nemen.

Het betrof meestal automatische horloges van in Azië zeer geliefde merken als Mido en Rado, Seiko en Orient, maar er zaten ook Tudor en zelfs Rolex tussen, waarbij natuurlijk nooit voor 100% kon worden vastgesteld of de exemplaren van die laatste twee grote merken ook daadwerkelijk ooit het vasteland van Europa van dichtbij hadden gezien. Ik heb ze dan ook zelden op de kop getikt bij zo’n veiling omdat de naam alleen al zorgde voor hoge biedingen, want het zou eens een echte kunnen zijn. Van de andere merken, zeg maar de middenklassers wist ik uit eigen waarnemingen dat iedere zichzelf respecterende Thaise man ze droeg (voor zover zijn financiële situatie dat toeliet) en daarvan heb ik er ook best wel veel ‘geïmporteerd’ om ze daarna weer met wat winst als ‘Duitse’ of ‘Nederlandse’ horloges te verkopen, wat goed lukte eens dat het stigma ‘Azië’ ervan af was. Mijn eerder genoemde Duitse collega wilde met deze horloges absoluut niets van doen hebben en weigerde ze ook maar een blik waardig te gunnen als ik weer eens een kneusje uit Thailand had binnengekregen. Maar ik was een gewaarschuwd man, dus ik verwijt hem niks.

Alle ogen gericht naar Jomtien

Het ging mij gelukkig ook niet primair om de winst, maar meer om het avontuur en ook om het zich steeds meer ontwikkelende contact met de verkoper in Thailand, die ik voor het gemak hier maar Dieter zal noemen. Na zo’n tijdje gehandeld en gecommuniceerd te hebben per e-mail leek het ons beiden aardig om een keer een echte ontmoeting op touw te zetten in zijn woonplaats Jomtien. Niet zo eenvoudig te regelen als een bezoekje aan de buren thuis, maar waar een wil is, is een weg en een tijdje later schudden we daadwerkelijk elkaars hand in hartje Jomtien wat ik zelf nogal een surrealistische ervaring vond, gewoon omdat ik plots op de stoep stond bij een nog steeds wat wazig contact dat zo’n 10.000 km van me af woonde. Toen ik aanbelde of aanklopte, bekroop mij niettemin een gevoel van lichte paniek. Wat als het één grote misselijke grap was geweest van Dieter om me voor niks helemaal zijn kant op te laten komen? Het pandje waar ik voor stond ademde niet bepaald ‘horlogewinkel’ uit. Maar na nog een e-mailtje dat ik er was ging toch de deur open en stond daar een wat verlopen ogende veertiger voor me die mij na een korte begroeting op slippers voorging naar de eerste etage van het gebouwtje. Beneden was er een restaurantje dat er echter wat verlaten en donker bij lag alsof het niet langer dan zodanig in gebruik was. Maar misschien was het gewoon nog niet geopend voor die dag.

Boven aangekomen bevond zich een soort kantoortje dat een sfeer van 50 jaar terug in de tijd uitstraalde en heel goed paste bij de leeftijd of het uiterlijk van de horloges die van daaruit de buitenwereld werden ingestuurd. Het bleek dat Dieter niet de eigenaar was van het bedrijfje, maar ‘slechts’ de verkoper, en omdat zijn baas er niet al te vaak was kon hij het runnen zoals het hem zelf uit kwam, met dien verstande dat hij ook wel eens iets voor zichzelf kon inkopen en verkopen en daarmee zijn werkgever en diens winstaandeel buitenspel houden.

Ik lag daar niet wakker van. Wat ook bleek was dat Dieter al een jaar of tien in Thailand woonde en in die jaren ook nooit meer terug was geweest naar Duitsland. Ooit was hij in Berlijn eigenaar geweest van een bar annex bordeel zo vertelde hij mij, die hij echter had verkocht aan ‘Russen’ toen hij erachter kwam dat de EU ging uitbreiden naar het oosten, wat strengere grenscontroles als gevolg zou hebben en daarmee gepaard gaande een stremming van de invoer van jonge vrouwelijke medewerksters uit de voormalige Oostbloklanden. Deze op handen zijnde ontwikkeling had hij ‘verzuimd’ te delen met de nieuwe eigenaren van zijn bar, waardoor deze dus in feite een waardeloze handel hadden aangeschaft. Dit resulteerde in een stelletje woedende Russen en die figuren wilde hij begrijpelijkerwijs nooit meer tegenkomen waarop hij dus met zijn in Deutsche marken omgezette roebels het hazenpad naar Thailand had gekozen. En uit angst voor een afrekening ook nooit meer heeft verlaten, behalve voor een visumrun naar een buurland bij tijd en wijle.

In Berlijn had hij ook wel eens gastvrouwen uit Thailand te werk gesteld en dat had zijn liefde voor het land en zijn (vooraleerst vrouwelijke) bewoners aangewakkerd. Van het meegebrachte Russische vermogen had hij in Jomtien een soortgelijke kroeg aangeschaft, maar door de crisis van eind jaren 90, slecht management en nog wat andere oorzaken ging die onderneming de fles op en bleef hij min of meer berooid achter, tot een kennis hem de horlogejob aanbood. Het was een levensverhaal dat hoogten en dalen kende, boeiend om te horen en omdat Dieter best een aardige vent leek, ook een beetje medelijden opwekkend. Geen ‘eigen schuld, dikke bult’ verhaal maar meer ‘wat rot voor hem’, behalve natuurlijk dat hij de Russische maffia had opgelicht wat uiteraard geen slimme zet was geweest en geheel voor zijn eigen rekening kwam. Maar dat maakte het ook weer spannend voor de toehoorders.

Intussen liepen zijn onkosten door en zat hij er altijd krapjes bij, want kennelijk had hij met zijn huidige Thaise vriendin twee kinderen die naar de internationale school moesten omdat ze als halve farang kinderen natuurlijk beter verdienden dan de volbloedjes. Ik kocht die dag nog wat horloge spullen van hem, of eigenlijk spullen van zijn baas, maar geen coole horloges, want die kon hij toch niet zomaar aan de handel van het bedrijf onttrekken. We wensten elkaar veel geluk en gingen weer uit elkaar, met de belofte contact te houden over horloges maar ook ‘privé’.

Lening met open einde

Kort erop kwam dan ook per e-mail de eerste jobstijding: ontslagen door zijn baas omdat de zaak op de fles was gegaan. Kon ik mij iets bij voorstellen met een minder dan integere medewerker als Dieter, maar waarschijnlijk was het in werkelijkheid de marktwerking die de handel de das om had gedaan: ook anderen hadden ontdekt dat er met de  aftandse klokjes uit Laos en omstreken geld te verdienen viel en veel varkens maken nu eenmaal in elk vak de spoeling dun. Kort daarna volgde het bericht dat zijn vrouw er met de kinderen vandoor was, wat wellicht te wijten was aan zijn onvermogen om ze op gepaste wijze financieel te ondersteunen. Hij was eigenlijk ook een beetje een klaploper, of wekte die indruk en daar hoef je als slimme Thaise vrouw geen farang voor aan te schaffen, zeker als die ook nog eens blut is.

En of ik hem een paar honderd euro kon lenen voor zijn nieuwe visumrun. Nu wist ik wel dat financiële ‘afspraken’ en met name leningen aan iemand die al half in de goot ligt altijd een vriendschap om zeep zullen helpen, maar omdat ik hem interessant vond en een mogelijke bron van verdere mooie horloges maakte ik 150€ over op de rekening van zijn  broer of zus in Duitsland en die zou het dan doorsturen naar hem. De rest ging hij dan wel bij anderen bij elkaar schooien. Ik heb vervolgens nog een paar jaar lang geprobeerd om dat geld weer terug te krijgen, maar (uiteraard) zonder succes. Met Dieter ging het volgens eigen zeggen steeds verder bergaf, eerst qua gezondheid en later woonde hij in Chiang Mai waar hij met een nieuwe zakenpartner in het onroerend goed was gedoken. Helaas waren de bedrijfsresultaten, ondanks een omgeknoopte stropdas kennelijk niet voldoende om mij mijn toch vrij geringe lening terug te betalen en toen ik bleef aandringen ging het met die business ook al steil bergaf, brak hij met zijn partner en eindigde hij uiteindelijk op een noord Thaise akker waar hij ondanks kwakkelende gezondheid als een soort boerenknecht praktische en fysiek zware landbouw moest beoefenen voor 100 baht per dag, inwonend bij de ouders van zijn nieuwe vriendinnetje. Zijn eigen kinderen zag hij nooit meer. Op dat dieptepunt heb ik de moed en hem maar opgegeven. Ondanks de ‘diefstal’ van mijn geld ben ik nooit echt kwaad op hem geworden, ook omdat ik niet precies kon uitvissen welke van zijn (latere) verhalen nu waar waren geweest en welke uitgevonden, ter ondersteuning van zijn wanbetaling.

In werkelijkheid vond ik mijn contact met hem en zijn levensverhaal die 150€ wel waard. Soms vraag ik mij dan ook wel eens af hoe het hem sindsdien vergaan is. Ik weet dat hij destijds al rondzwierf op FB en nu nog steeds en wel onder eigen naam. De angst voor de als moordlustig bekend staande Russen is kennelijk afgenomen of het verhaal was gedeeltelijk of geheel aan zijn fantasie ontsproten.

Mijn nieuwsgierigheid is nu ook weer niet zo groot dat ik hem daar over ga aanschrijven. Of misschien toch nog eens ooit….

Mijn belangstelling voor de ‘horlogehandel’ is inmiddels ook danig bekoeld. Niet door de situatie met Dieter, maar gewoon omdat net als met elk lucratief handeltje er ook in Europa steeds meer kapers op de kust komen en het zaakje als een zeepbel in mijn ogen uit elkaar is gespat. En puntje bij paaltje: ik sta toch liever in de schoenen van khun Rick dan in die van khun Dieter. Bij alle sympathie natuurlijk.

Over deze blogger

khun Rick
khun Rick
Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.

Aantal keren gelezen: 189



Source link

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *