John wist dat hij iets riskeerde, maar hij had niet gedacht dat hij zou verliezen. In Nederland was alles netjes gewoon alles onder controle. Hij was John, de man met een stabiel leven, een koophuis en een fatsoenlijke baan. Maar in Thailand was hij anders. Daar werd hij wakker, daar was hij zichzelf en een ander tegelijk. En daar was zij opeens, Sanya, de vrouw die zijn eenzaamheid in woorden ving die van hem een nieuwe versie van zichzelf maakte.
Het begon als iets onschuldigs, althans dat had hij zichzelf wijsgemaakt. Een vakantie in Pattaya, een weekje ontsnappen en daar zat ze aan de bar; Sanya. Mooi en jong, op-en-top vrouw met haar lange zorgvuldig gekamde zwarte haren die zacht glinsterden in het licht van de nacht. De eerste nacht lachten ze samen. Haar donkere ogen waren diep, mysterieus en toen ze naar hem lachte leek het alsof ze rechtstreeks naar zijn ziel keek. Ze kletsten over van alles en hij voelde hoe zijn zorgvuldig opgebouwde muren één voor één instortten. Een vakantieflirt, een kort avontuur zei hij tegen zichzelf, dat kan geen kwaad.
Maar dat veranderde toen hij terug was in Nederland. Elke keer dat zijn telefoon oplichtte met een berichtje van Sanya, voelde hij een ongecontroleerde prille spanning. “I miss you”, typte ze vaak gevolgd door emoji’s die hun eenvoud overbrugden. In die paar zinnen voelde hij een belofte die hij niet helemaal kon plaatsen, maar ook niet wilde loslaten. Het werd een routine: dagelijks berichtten ze elkaar en iedere veertien dagen stuurde hij haar geld. Niet veel, maar genoeg om te laten zien dat hij er voor haar was, om iets van zijn aanwezigheid bij haar achter te laten en haar te steunen. Misschien was het ook wel een manier om haar te binden, ook al bedoelde hij het goed.
De weken verstreken en de afstand leek steeds onwerkelijker, alsof ze samen in een gedeelde droom leefden. Hij stelde zich voor hoe hij haar leven voor haar beter maakte, dacht aan hoe hij haar zou redden van het harde bestaan in Pattaya. Hij had haar niet eens zoveel gevraagd over haar werk; het had er niet toe gedaan. Ze was Sanya en voor haar wilde hij alles zijn wat hij in Nederland nooit hoefde te zijn.
En toen kwam de stilte. Een week ging voorbij, dan twee, zonder een enkel bericht. John’s appjes werden eerst vrolijk, dan vragend, daarna wanhopig. Had hij iets verkeerd gedaan? Was er iets met haar gebeurd? Zijn onrust groeide met de dagen. Uiteindelijk nam hij zijn schaarse vakantiedagen op en boekte hij zijn vlucht terug naar Thailand, vastberaden om haar te vinden om zeker te zijn dat ze in orde was en om antwoorden te krijgen.
Pattaya voelde nogal anders toen hij er weer was. De warmte had een onaangename plakkerigheid, de lichten schenen feller dan hij zich herinnerde. De ongedwongenheid had plaats gemaakt voor een angstig voorgevoel. De bekende bar voelde vreemd, de vrolijke kleuren en de muziek botsten met de zwaarte die hij in zich voelde. Zijn blik gleed door de ruimte op zoek naar haar gezicht, haar donkere ogen en dan… daar was ze.
Zijn adem stokte. Sanya stond bij een andere man, een grote gespierde blanke kerel met tatoeages, met een luidruchtige stem en een lach die de ruimte vulde. Sanya stond naast hem, glitterend met nieuwe sieraden, een gouden armband om haar pols die hij haar nooit had kunnen geven. Haar glimlach was niet langer die verlegen glimlach die hij kende; het was de glimlach van iemand die had gekozen voor zekerheid, voor het gemak van rijkdom die hij nooit had kunnen bieden.
John voelde zich verloren. Zijn hart sloeg zwaar in zijn borst, zijn keel werd droog terwijl hij haar van een afstand observeerde. Ze lachte veel, alsof hij nooit had bestaan, alsof de gesprekken hun kleine geheimen slechts stof waren dat nu rond het felle licht van Pattaya dwarrelde.
Hij draaide zich om richting het strand naar de duisternis waar hij zijn gedachten kon laten zinken. De golven rolden over het strand, ritmisch als een ademhaling van de aarde zelf en hij voelde zich kleiner dan ooit. Hij vroeg zich af hoe hij zo blind had kunnen zijn, zo naïef en zo vastgehouden door een droom die nooit de realiteit had aangeraakt.
Terwijl hij daar stond, hoorde hij plotseling haar stem achter zich. “John.” Zijn naam klonk breekbaar in de nacht en hij draaide zich om. Daar stond ze schijnbaar onaangetast, alsof dit alles vanzelfsprekend was.
“Waarom?” vroeg hij, terwijl hij nauwelijks een woord uit zijn droge mond kon krijgen.
“Dit is mijn leven”, zei Sanya, haar stem koel maar niet zonder een bepaalde zachtheid. “Ik moet leven, John. Hier. Dit is mijn wereld.”
Haar woorden raakten hem als een koude hand rond zijn hart. Natuurlijk wist hij dat. Natuurlijk had hij dat moeten weten. Maar daar in zijn Nederlandse leventje had hij het geromantiseerd had hij haar en zichzelf ingekleurd met fantasieën die nooit stand konden houden in het licht van de Thaise zon.
“Sanya”, begon hij, terwijl zijn stem brak. “Ik dacht dat… dat we iets hadden. Iets echts.”
Ze glimlachte, maar het was een glimlach vol begrip en misschien een beetje spijt. “We hadden iets, John. Maar dat ‘iets’ is niet genoeg. Niet hier.”
Hij bleef stil wetend dat er niets meer te zeggen viel. Het besef dat hij slechts een schaduw in haar leven was geweest, iets tijdelijk en vervangbaars, was verwoestend. En toch voelde hij een soort dankbaarheid voor die enkele momenten die zij hem had gegeven, hoe hij zich even had gevoeld en kon ontvluchten uit zijn saaie werkelijkheid. Ze hadden iets gedeeld, maar het was niet meer dan een droom, een vluchtige belofte in het duister van de nacht.
John draaide zich om en liep weg, zijn voetstappen zacht in het zand en opgeslokt door de branding. Hij voelde zich leeg zoals de lucht na een storm, maar ergens diep vanbinnen wist hij dat dit verlies ook een begin was. Een pijnlijke, bittere les, een die hem wakker maakte uit de illusie waarin hij zo graag had willen geloven…
Over deze blogger
-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.
Aantal keren gelezen: 591