Jaren geleden.
Locatie: Thailand, en om ietsje exacter te zijn, het zonovergoten Pattaya aan zee.
Bezigheden: ronddobberen in de baai van zojuist genoemde badplaats, en daarbij relaxed observeren van het nabijgelegen strand.
Vrouw Oy, gezellig somtam etend met de strandstoelen-verhuurster, heeft gelukkig de schatkist in beheer, want ik heb tijdens tijden van congé al moeite genoeg mezelf boven water te houden, laat staan de financiën.
Op het mulle zand iets verderop zijn twee jongedames van Indiase origine bezig met een fotoshoot, daarbij in alle standen hun jeugdige vormen etalerend om de driftig klikkende fotograaf een plezier te doen.
Gehuld in katoenen niemendalletjes, en af en toe over het strand paraderend met een doorzichtige sjaal om het ranke lijf gedrapeerd, kan ik zelfs vanaf deze afstand zien dat moeder natuur in hun geval prima werk heeft afgeleverd.
Wat me in gedachten terugbrengt naar ons bezoek aan de 7-11 die morgen, de welgevulde uitbaterij die strategisch pal naast ons hotel is gelegen.
Terwijl vrouw Oy tussen de kladblokken stond te graaien op zoek naar het goedkoopste toiletpapier, slalomde ik tussen vele bierbuikige en soms ranzig zweet uitscheidende mede-farangs door om mijn eigen favoriete plekje te bereiken.
Te weten het bulderende geweld van de airco, waar ik liefst een halve minuut met gesloten ogen voor blijf hangen om zo mijn kokende hersens heel even het idee te geven weer terug in Nederland te zijn.
Achter mij hoorde ik een zachtgevooisd ‘exuse me’ en een in felgeel t-shirt en uiterst korte rafeljeans gehulde jongedame wurmt zich langs me heen. Wat niet nodig is, want het gangpad is hier breed genoeg, zeker voor een slanke Thaise.
Bij het passeren voel ik haar zwoelzachte dijbeen tegen me aan, en wordt tevens omhuld door een wolk aan walmende geurstoffen.
‘Winegums in beweging’ is nog de beste beschrijving.
Na luttele seconden herhaalt deze scène zich, als het gekleurde snoepgoed zich met een pakje sojamelk in de hand op de terugweg begeeft. Wederom een zacht excuus en een ongevraagde en beslist onnodige verrijking van mijn vakantiedag door wrijvende lichaamsdelen.
Mijn bloeddruk stijgt evenredig met de nu spontaan voor het geestesoog verschijnende lichamelijke oefeningen op ongelijke legger.
Alle even verboden indien verkerende in de huwelijkse staat, doch dit terzijde.
Het wordt me allemaal iets te veel, en ik laat Oy weten alvast naar de kassa te gaan. Zodra eega dan voor de zoveelste keer kans heeft gezien haar eigen boodschappen te doen met gesloten beurs kan ze me buiten vinden.
Op het kokende trottoir verpoos ik even in de schaduw van een elektriciteitspaal en bewonder de ongelooflijke spaghetti aan stroomkabels die er samenkomt. Dit duurt echter niet lang, want dan paradeert het gele gevaar weer voorbij.
Ditmaal zonder enig wrijving van betekenis, maar wel frivool heupwiegend en haarslingerend.
Na het drie keer langslopen tijdens het bevingeren van haar smartphone komt zelfs deze onnozele (gedropt op een eiland vol hupse maagden zou ik ongetwijfeld toenadering zoeken tot de enige die altijd al non wilde worden) tot de conclusie dat deze wulpse kanarie het op mij heeft voorzien.
Dat ik waarschijnlijk twee keer haar vader had kunnen zijn qua leeftijd is daarbij een puntje van aandacht.
Want mijn verschijning bestuderend in de spiegelruit, zie ik van alles.
Zoals een bijna zestigjarige, met flinke rimpels, lichte flaporen en behoorlijk kale knar, doch niets wat me ooit de benaming Don Juan in mijn paspoort op zou kunnen leveren.
Nog niet eens Don Quichot.
Oy, na eindelijk kans te hebben gezien zich los te rukken van schap en schijnaanbieding, treedt buiten, en ik vertel haar tussen neus en lippen over mijn ontmoeting met de wufte verleidster.
Ze neemt het voor kennisgeving aan en wijt het aan de omgeving.
Tenslotte is dit betonnen gesticht vol deernes van verdienste niet bepaald een opleidingsinstituut voor gereformeerde dienstmeisjes, was me dat nog niet opgevallen?
Al informeert ze nog wel vriendelijk belangstellend of haar wederhelft enige interesse toonde in de dartele dijenkletser, welks onderliggende valkuil ik zowaar weet te ontwijken door te zeggen dat ik te oud ben voor Thaise huppeltrutjes voorzien van beltegoed.
Dat ik de hele weg naar het strand van Jomtien doorbreng in mijn Gele Periode, hou ik maar even voor mezelf, tenslotte liep het met Van Gogh ook niet al te best af.
En die was nog niet eens getrouwd.
Later die week blijven we vrolijk een stukje thuis, en vereren het chloorwater des hotels eens met een bezoek. Alle dagen strand gaat ook vervelen en als bijkomend voordeel loop je in dit water tenminste geen kans onverhoeds onthoofd te worden door een jetski of motorboot besturende blindganger, zo is mij gebleken.
Aan de rand van het bijna verlaten zwembad is een al wat oudere Thaise dame neergestreken en vrouw Oy knoopt op haar eigen wijze een gesprekje met haar aan.
Ikzelf bepotel intussen de meegebrachte laptop, en doe daarbij verwoede pogingen dit dure kleinood niet van het wankele pool-tafeltje te laten pletteren tijdens het fröbelen van stukjes voor een zeker Thailandblog.
Nog geen sinecure, vooral bij gebrek aan een bierviltje om het eerste probleem op te lossen.
Het tweede, het volkomen ontbreken van inspiratie, blijkt dermate frustrerend dat even overwogen wordt mijzelf straks iets langer dan door badmeesters aanbevolen onder water te houden tijdens het trekken van de baantjes.
Als ik even later opkijk van mijn bezigheden, blijkt Oy naar de receptiedames gelopen voor haar dagelijkse portie roddel&achterklap, en word mij een terloopse glimlach toegeworpen door de nu alleen zittende dame.
Die meteen daarop haar benen spreidt en nonchalant en zeer suggestief een slanke hand door het zwembadwater laat glijden.
Ik kijk zo de Coentunnel in en weet me geen houding te geven, behalve dan die van ernstig in verlegenheid gebrachte toetsenbordridder die maar weer snel van de hoge in zijn laptop duikt.
Ook dit zwembadvoorval weet ik onder het Thaise tapijt te vegen, voordat vrouwlief soms nattigheid gaat voelen. Het gevaar van een door haar ingestelde Pattaya-blokkade is namelijk niet denkbeeldig, zeker niet als de plaatselijke dames zo doorgaan met het uitdelen van visitekaartjes vol wellust.
Dagen later, na een stoffige rit gearriveerd in schoonma’s dorpse onderkomen nabij Korat, blijken we niet het enige bezoek te zijn.
Op de veranda zitten twee heren, afkomstig uit het verre Bangkok.
Bij nadere beschouwing blijken het eerder twee ‘dames’ te zijn, oftewel khateuys. Één ervan een neef van vrouw Oy.
Ze zijn niet bepaald het soort slanke ladyboy dat men gewoonlijk aantreft in Pattaya of ziet rondwervelen in de Tiffany-show, maar eerder ietwat bonkig gebouwde travestieten.
De twee logeren zolang bij tante verderop en zijn hier neergestreken voor een babbeltje met schoonma.
Om dit heuglijk samenzijn te vieren werden ook de per dorpswinkel aangeschafte spiritualiën aangesproken, teneinde het geheel niet hopeloos te laten verzanden in het droogkloterige gebeuren wat wij in Nederland een ‘gezellig avondje’ durven noemen.
Maar zodra de farang in beeld verschijnt, kent gezelligheid helemaal geen tijd meer en worden er meteen versterkingen aangerukt in de vorm van een nieuwe fles drank, meer ijsblokjes en hectoliters soda-bubbels.
Binnen de kortste keren heb ik met mijn nog duffe hoofd van het reizen al menig glas plaatselijk vuurwater genoten en stijgt de stemming ten top, omringd door diverse dorpelingen meedelend in de feestvreugde.
Als de bodem van de fles in zicht komt en ik hoognodig eens mijn bed op zou moeten zoeken, duikt er nog een derde fles op die aangebroken dreigt te worden.
Maar aangezien de heren morgenvroeg weer op de bus naar Bangkok dienen te stappen, steekt schoonma daar een stokje voor, en blijft verder leverkietelen achterwege.
De boys zijn druk bezig al waiend afscheid te nemen teneinde zich weer onderdak te gaan verschaffen bij tante, als nichterige neef mij zeer onverwachts de hand toesteekt.
Hoewel verrast omdat handen schudden zo on-Thais is, grijp ik deze bijna automatisch en voel meteen het kriebelende vingertje in mijn handpalm.
Ik hou me van de domme (nadere inlichtingen hieromtrent te bekomen bij mijn schattige wederhelft) waarop het benevelde tweetal in het schemerdonker vertrekt, uiteraard met medeneming van de fles overgebleven huppelwater.
Die avond licht ik Oy in over de ‘handtastelijkheden’ van neef, en ze vindt het uiterst grappig.
Na een voorzichtig verzoek mijnerzijds tot enige rugdekking aangaande sommige van haar familieleden, krijg ik slechts de vrolijke vraag of ze de scheidingspapieren nu al in moet vullen, of dat ik me liever eerst even terugtrek in de badkamer teneinde wat stoom af te blazen.
Wat neerkomt op een drenkeling helpen door hem een baksteen toe te werpen, vindt u ook niet?
Gelukkig werd ik die verdere vakantie niet meer lastiggevallen door de andere sexe, met enkele uitzonderingen daargelaten.
Zijnde de plaatselijke vrouwtjesmuskieten, die om een of andere reden mijn bloed wel konden zuipen.
En vrouw Oy, die met de mattenklopper dreigde als ik, niet geheel onopzettelijk, mijn Gele Periode in Pattaya weer eens ter sprake bracht.
Over deze blogger
-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98′ Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.Hobby’s: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Aantal keren gelezen: 49