Ik trap deze anekdote af met een vrij uitvoerige inleiding waarin ik verhaal over mijn ervaringen met tandartsen in Nederland en zelfs de Antillen. Pas daarna maak ik de moreel verplichte overstap naar Thailand, we bevinden ons immers op Thailandblog. Voor wie meteen en rechtstreeks naar die (wel wat beknopte) Thaise passage wil doorspoelen zal ik voor dat doeleinde een duidelijk kenmerk plaatsen in de vorm van een kopje met het woord Thailand erin. Uiteindelijk gaat het vanaf daar dan ook over de tandarts, alleen in een ander land, dus wat schiet je ermee op?
Naar de tandarts of liever niet….in Nederland
Gisteren lag ik plots met enige tegenzin languit achterover geklapt in de stoel van mijn tandarts hier in Zuid-Limburg. Ongemakkelijk altijd, ik weet me dan nooit goed raad met de positie van mijn armen en daaraan verbonden handen. Het voelt ook altijd alsof ik aan het hoofdeind er vanaf ga glijden. Mijn balans is dan weg. Kan ook gewoon nervositeit zijn, een ander woord voor angst dus. Een hypermodern, zij het weinig comfortabel ding is het nochtans, in een mooie schone, witte ruimte geplaatst met een jonge, maar wel degelijk opgeleide vakman aan mijn hoofdeinde die samen met zijn assistente vol belangstelling in mijn wijd geopend, maar enigszins geplaagd smoelwerk tuurde. De operatielamp stond niet goed afgesteld en verblindde mij danig, dus ik kneep mijn ogen wat geïrriteerd dicht, op dat moment niet mondig genoeg om even te vragen het ding wat te verschuiven. Er schoten daardoor achter mijn gesloten oogleden vele gedachten door mijn hoofd alsof mijn spreekwoordelijke laatste minuut had geslagen en mijn hele leven in time-lapse de revue passeerde, maar dat was gelukkig niet het geval, dus mijn flashbacks beperkten zich tot enige aan de tandheelkunde gerelateerde gebeurtenissen.
Ik denk dat het veilig is om te beweren dat het voor niemand werkelijk een feestje is om plaats te nemen in de stoel van de tandarts, hoe modern en vertrouwenwekkend dan ook. Een enkele masochist of tandartsfetisjist buiten beschouwing gelaten, maar die ben ik hier nog niet tegengekomen. De ene normale consument gaat er weliswaar wat goedgemutster mee om dan de ander, maar tandarts ervaringen zijn onder de streep altijd minder leuk dan de meeste andere activiteiten. Al kan het natuurlijk veel erger. Voorbeelden daarvan zal ik de lezer besparen.
Een goede en verder vrij stoere vriend van me is gewoonweg getraumatiseerd als hij naar de tandarts moet. Dat komt voornamelijk omdat hij over een enorme kokhalsreflex beschikt, die hem zelfs al bij het tandenpoetsen parten speelt. Bij het eten dan weer niet, wat mij soms verbaast.
Vaak spuugt hij bij de dagelijkse schoonmaak activiteit in de badkamer zijn wastafel vol met de inhoud van zijn zojuist gevulde maag. Onsmakelijk. Hij krijgt dan ook letterlijk een volledige narcose toegediend als hij alleen al op controle moet in een op dergelijke ‘angsthazen’ gespecialiseerde kliniek. Wanneer hij slaapt als een roosje kunnen tandarts en assistente ongeremd aan de slag in zijn gevoelige mond, zonder dat hij zich van bewust is van hun intrabucale handelingen. Zelf kan ik ook niet veel hebben qua diepgang richting keel en tong, maar hij spant echt de kroon.
Gaatjes even zelf vullen met gips?
Een inmiddels al jaren geleden overleden farang zwager repareerde zijn cariës gaten zelf met gips, wat natuurlijk een voordelige, maar niet echt duurzame oplossing was. Vol trots liet hij mij dan de witte reparatie op zijn gele kies bewonderen. Er was een goede tandarts aan hem verloren gegaan, ware het niet dat hij een zware alcoholist was, die ook uiteindelijk aan die kwaal is overleden. Niet door een chronisch overbelaste en bovenmaatse lever, maar door met een zatte kop uit zijn raam te vallen vanaf de eerste verdieping, aan de gevolgen waarvan hij een half uurtje later bezweek. Misschien toch een ontplofte lever. RIP beste zwager, je was een goede kloot en ik had je nog veel jaren met alcoholistische uitspattingen gegund, maar het mocht niet zo zijn. Dit alles terzijde.
Zelf spoelde ik kiespijn wel eens weg met een slokje Strohrum à 80% alcohol van mijn vaders voorraad, maar behalve verbrand tandvlees leverde dat slechts enkele tellen of hooguit minuten enige verlichting op.
Je kunt ook gewoon stomweg pech hebben met de kwaliteit van je gebit. De jongste zus van mijn moeder had al met 16 jaar een volledig kunstgebit nodig. De vervangers van haar door overmatig gesnoep volledig weggerot melkgebit gaven er na hun opkomst alweer meteen de brui aan en verdwenen net zo hard in de prullenbak van de tandarts dan dat ze tevoorschijn waren gekomen uit haar geteisterde tandvlees. Haar oudste zus idem dito, maar pas een paar jaar later. Mijn moeder daarentegen beschikt met bijna 85 jaar nog over een tiental originele tandjes, waar ze dan ook uitzonderlijk trots op is. Zij was dan ook altijd de verstandigste van de drie zussen qua snoepen en tandverzorging. Toevallig is ze ook nog de enige van haar generatie die in leven is, maar dat zal los staan van de zorg voor haar gebit of wat daar nog van resteert.
Hoewel de medische wetenschap regelmatig een link legt tussen een gezond gebit en een lang leven.
Kinderen maken slecht voor gebit
Soms vormt zwanger worden ook de genadeklap voor het originele setje tanden en leidt tot een vroegtijdig moeten aanbrengen van plastic kleppertjes; tandrot ligt altijd op de loer na een succesvolle bevruchting, maar deze kwaal beperkt zich doorgaans tot de vrouwelijke helft van het aanstaande ouderpaar, alsof de dames niet al genoeg van de lasten dragen om een kind voort te brengen. Maar zo is het nu eenmaal.
Een luguber verhaal schiet me in deze samenhang te binnen. In mijn jaren als ambtenaar had ik een heel aardig en vrolijk collegaatje die nog geboren was op Bonaire. Waar ze haar eerste en gelukkig laatste wortelkanaalbehandeling nog had mogen ‘genieten’ zonder verdoving. Onvoorstelbaar middeleeuws, want ik herinner mij nog dat ik mijn tandarts wilde schoppen toen hij even met zijn gemene prikkertje testte of mijn zenuw was overleden na een weekje of zo met vergif vermoord te zijn geweest. Het ding leefde dus nog en het was de ergste pijnscheut ooit in mijn leven. Ik zat meteen midden in de scène van de Marathon Man waar de jonge Dustin Hoffman een vergelijkbare mishandeling onderging. Josef Mengele deed het natuurlijk met opzet en dat wil ik niet beweren van mijn Nemesis, maar het is beroepsmatig nooit meer goed gekomen tussen ons en gelukkig ging hij kort erna met vervroegd pensioen en konden we beide weer door met onze levens. Omdat hij toevallig getrouwd is met een dierbare nicht is er daarna wel nog sprake gebleven van enige verstandhouding tussen ons, maar niet meer als arts-patiënt.
Mijn persoonlijke trauma’s
Persoonlijk ben ik ook vanaf mijn prille jeugdjaren lang getraumatiseerd geweest omtrent tandartsbezoek. Begonnen met de tandartsen die op bezoek kwamen op de basisschool. Als die vermaledijde blauwe bus voor de deur stond raakte ik eerst in paniek en daarna in depressie. Men was toen hooguit een jaar of tien oud en de gang naar die bus met je medisch dossiertje onder de arm was erger dan de gang naar de guillotine, al heb ik die nooit hoeven maken. Extreme angst en pijn als er geboord moest worden. ‘Nog even, nog even, mond open houden!’. Pure kindermishandeling en gewoon geen goede zaak.
Op de middelbare school was er geen blauwe bus meer, maar wel een ouderwetse tandarts die ook geen verdoving wilde verspillen aan zijn jeugdige slachtoffers. Het dieptepunt was dat hij mij een verwijskaart in de hand duwde om mijn overigens perfect gezonde verstandskiezen alle vier chirurgisch te laten verwijderen in het ziekenhuis. Die wilde hij niet zien in zijn praktijk, want ‘als daar ooit wat aankomt moeten ze er sowieso uit’. Snijd dan ook maar meteen alle blindedarmen, amandelen en stuitjes eruit, want die dienen verder ook nergens voor, behalve om te ontsteken of ongelukkig op te vallen. Daarna ben ik vijf jaar niet meer bij hem terug geweest. Pas toen hij met pensioen was en zijn schoonzoon de zaak had overgenomen durfde ik het weer eens aan om langs te gaan, nog steeds met mijn verstandskiezen die de nieuweling gelukkig heel wat toleranter benaderde. Niks mee aan de hand, gewoon zitten laten. Ik heb ze nu nog. Doe er niet veel mee, maar ze hinderen ook niet echt daar achter in de rij.
Nog steeds in Nederland liet een wat onhandige nieuwe tandarts met dikke vingers eens een vlijmscherp boortje in mijn keel vallen tijdens een zenuwbehandeling. Mijn snelle autonome reflex sloot gelukkig op tijd de luchtpijp af anders was het ding ergens diep in mijn long terechtgekomen, met alle onprettige gevolgen van dien. Na wat gegraai in mijn keel toverde hij het gemene ding opgelucht en triomfantelijk kijkend weer tevoorschijn. Onze samenwerking duurde niet langer voort na dit ‘onschuldige’ incident. Hiermee zijn mijn belangrijkste confrontaties met het tandartsgilde wel beschreven.
De oversteek naar Thailand
Nee, waarom ik hier begin over mijn verleden met tandartsen is eigenlijk gelinkt aan reizen en dan natuurlijk overwegend het reizen naar Thailand. Zo ontstaat plots weer het bestaansrecht van deze vertelling op Thailandblog.
Telkens als een vakantie er zit aan te komen is er namelijk kort daarvoor iets mis met mijn gebit. En moet ik halsoverkop een afspraak maken om het nog vóór de vlucht te laten fiksen. Een afgebroken kies of een ontsteking, kiespijn zonder aantoonbare oorzaak. Zo ook gisteren. Mijn moeder, die een fervent tegenstander is van al mijn vakanties, want dan is haar favoriete en meest zorgzame zoon niet omhanden, denkt dat dit psychosomatische klachten zijn. Ik zie volgens haar theorie namelijk diep van binnen zelf ook op tegen al dat gereis en mijn lichaam protesteert dan via mijn gebit tegen dat ongerief. Het lijkt mij een wat obscure diagnose, maar ik kan natuurlijk niet ontkennen dat er steeds op het foute moment wat mis is en altijd aan de tandjes. Hoewel het afbreken van een tand zoals gisteren wel erg veel mentale manipulatie vereist. Dat lijkt me dan toch meer wat voor de Uri Gellers onder ons of andere telekinetisch begaafde entertainers. Wellicht huist er op de blog een gepensioneerde tandarts die zijn licht op dit mysterie kan doen schijnen en voor het geval moeders gelijk heeft, een remedie aanreiken gelijk een dentaire dokter Maarten.
Opgelucht klim ik dan steeds aan boord van vliegtuig of cruiseschip in de wetenschap dat ik weer met volle teugen van de veelzijdige Thaise cuisine of overdadige buffetten kan gaan genieten met een perfect functionerend gebit.
Helaas kan er dan nog steeds wat mis gaan in ons favoriete vakantieland. Maar geen nood: ook Thailand kent een leger van tandartsen die grofweg onderverdeeld zijn in twee categorieën: zij die het gewone volk van dienst zijn en zij die de meer kapitaalkrachtige landgenoten en buitenlandse patiënten voorzien van acute of cosmetische ingrepen. Mij was in het vliegtuig op weg naar Thailand (over miserabele timing gesproken) een complete vulling uit een kies gevallen bij het nuttigen van de maaltijd aan boord. Geen steen of harde korst was eraan te pas gekomen, dus een schadeclaim was geen optie. Ik had al snel door dat zo’n onvoorziene opening weliswaar niet meteen pijnvol zou hoeven te zijn, maar ongetwijfeld wel bijzonder onhandig want in het gat paste met gemak een hele kippenvleugel. Van een jonge kip, maar niettemin het toppunt van potentiële irritatie. Een overwogen bezoek aan een tandarts in de toeristische wijken van Bangkok daags na onze landing bezorgde mij angstaanvallen van de pecuniaire soort en omdat mijn toenmalige vrouw inschatte dat haar eigen tandarts dat varkentje ook wel kon wassen voor omgerekend een paar Eurootjes besloot ik om mijn geluk bij hem te gaan beproeven. Zij beschikte immers ook (dankzij hem?) over een stel fraaie bijtertjes, dus hij was een vakman in de tandheelkunde met veel oog en gevoel voor esthetiek.
Op naar de buurt tandarts
Na een lange rit per taxi, die weer eens aantoonde hoe uitgestrekt Bangkok wel niet is, arriveerden wij in een wat afgelegen steegje voor de deur van haar tandarts. Ook van buitenaf was te zien wat er achter de etalage schuilging, al was het allemaal niet zo glamoureus als in het centrum qua aanblik. Een afgebladderd schildje met wat kleuterschool tandjes erop geschilderd en een paar woorden Thaise tekst, die hopelijk ’tandarts’ betekenden.
Ik was een gewaarschuwd man en als ik niet net op dat moment de helft van mijn tong had voelen verdwijnen in de krater van mijn kies was ik de wegstuivende taxi achterna gegaloppeerd. Mijn vrouw straalde daarentegen veel vertrouwen uit en opende galant de voordeur voor mij, waarna we beiden belandden in een wachtkamer die zijn naam niet waardig was, maar je kon er even wachten, dat wel. Er was ook een loket en daarin verscheen een overigens sympathieke man van in de veertig; hij was zowel assistente als tandarts in één persoon, wat zelfs westerse vaklui hem niet gauw nadoen. De tandarts in hem reageerde wat vreemd toen hij vernam dat niet mijn vrouw, maar ik de patiënt van die dag zou zijn. Alsof al zijn zelfvertrouwen in één tel verdween en er nog slechts een lege huls overbleef die vroeger ooit tandarts geweest was. Gelukkig herpakte hij zich snel weer een beetje, want we waren er nu toch en niet van plan onverrichter zake weer af te druipen. Dat fluisterde het gat in mijn kies mij ten overvloede nogmaals in.
Omdat er verder in geen velden of wegen een lotgenoot te bekennen was mocht ik gelijk door de behandelkamer in. Op het eerste oog zal het er daar allemaal piekfijn uit, maar op het tweede en volgende al heel wat minder. De stoel en boorinstallatie stamden uit een lang vervlogen tijdperk en de algehele presentatie was niet volledig hygiënisch te noemen. Her en der wat rommel op de vloer en een werkblad dat bedekt was met van alles en nog wat. Medische spullen, maar ook een paar aangebroken zakken chips en nog wat anderhalf opgegeten voedsel. Ach, dacht ik, een tandarts moet ook eten, wil hij zijn werk goed kunnen doen. Toch nam ik enigszins sceptisch plaats in de stoel die ook al door zijn voorvaderen gebruikt moet zijn geweest. Maar ik lag er verder goed in en ondanks het stof dat in mijn mond dwarrelende bij het uittrekken van de operatielamp had ik niks te klagen. De tandarts zelf wel. Hij maakte aan mijn eega duidelijk dat farangs nooit in zijn stoel lagen en dat hij bang was iets fout te doen en daarna door mij voor medische nalatigheid tot op het bot uitgekleed zou worden. Hoewel ik zoiets niet van plan was, kon ik mij zijn terughoudendheid wel voorstellen. Maar niettemin stak hij de stekker van zijn klassieke machine toch in het stopcontact.
Een hels lawaai klonk onmiddellijk door de ruimte, afkomstig uit een achterkamer. Alsof een machtige compressor of turbine kloppend op gang kwam. Snel rende hij terug naar het stopcontact en trok de stekker er weer uit. Hij maakte een geste dat ik even wachten moest en minutenlang ging hij duidelijk hoorbaar aan de gang met reparaties aan zijn broodvoorziening. Ik kon nog eens goed om me heen kijken en de moed zakte me nog wat verder in de schoenen, maar ik bleef braaf liggen. Na een tijdje was hij er weer en het stampende geluid bleef verder achterwege. Operatie geslaagd? Nee, hij had zijn apparatuur gewoon niet meer ingeschakeld en deelde ons mee dat een behandeling met uitboren van de gehandicapte kies er voor die dag niet meer inzat. Zijn compressor had de geest gegeven. Ik vermoedde wel vals spel, maar anderzijds was het luide lawaai ook een niet te simuleren indicatie geweest van een op handen zijnde panne van zijn spullen. Net als mijn zwager dat vroeger zelf ook al deed, smeerde de goede man vervolgens wat zelf uithardende pasta in mijn gapende gat en op het oog en gevoel van mijn tong was daarmee het probleem ook van de baan. Met een tarief van 200 baht was ik natuurlijk spekkoper. Tot de eerste maaltijd, veel later die dag. De geïmproviseerde vulling verpulverde met iedere hap een beetje verder en de dag erna was daar weer mijn oorspronkelijke krater. Enigszins ontmoedigd door de kwaliteit van de lokale tandmedici en gesterkt door het ontbreken van pijn heb ik toen de vakantie maar uitgezongen in co-existentie met dat gat. Niks wat een tandenstoker niet kon oplossen en daarna weer gauw een afspraak bij mijn eigen tandarts. Deze keer vlak na mijn vakantie in plaats van ervoor.
Witte tanden kosten goud geld
Sceptici zullen mij nu natuurlijk deels terecht betichten van spaarzaamheid op het verkeerde moment en de verkeerde plaats. Gezondheid is immers niet uit te drukken in geld. Maar ik vind dat daar zowel mij als de gewraakte tandarts enig onrecht mee wordt aangedaan. Hij had gewoon een slechte dag te pakken en ik samen met hem ook. Niet alleen de luxe praktijken verdienen een bezoekje van de welvarende farangs. Ook de mindere goden behoeven een eerlijke kans. Een goed voorbeeld ervan dat het bij de hoger aangeschreven tandmedici evengoed mis kan gaan ondervond mijn huidige vrouw en ik dus ook in Udon Thani. Ook daar zijn klinieken te vinden die bij voorkeur niet met fondspatiënten in zee wensen te gaan. Na mijn ervaringen met mijn chips etende tandarts, wilde ik dat mijn liefje door een topper onder handen genomen werd wegens een wat gevoelig tandje te midden van haar perfecte gebitje. Met veel egards werden we door het mooie geveltje een fraaie wachtkamer in geloodst met knappe separate assistentes in mooie witte pakjes. Ik kreeg meteen een lekker flesje koud water in de hand gedrukt en de potentiële patiënt werd de behandelkamer in getorst, waar ze een half uur later weer met een bleek snuitje uit tevoorschijn kwam.
Aan een tiental van haar tanden bleek het één en ander te mankeren en in een vervolgsessie kon daarvan alvast de helft met adequate behandeling (lees vulling) gered worden. De tweede serie zou dan daarna nog onder handen genomen worden, maar alles netjes vóór onze terugkeer naar Nederland een paar dagen later. Kosten slechts 2000 baht per tand, dus met 20.000 baht in totaal financieel een flinke meevaller. In Nederland krijg je daar net twee of drie meer vlaks vullingen voor. Het geld ligt in Thailand gewoon op straat en je hoeft je alleen maar te bukken om het op te rapen. Echter, door de onverwachte tegenvaller omtrent de deplorabele toestand van haar ogenschijnlijk kerngezonde gebit talmden we toch een beetje om te starten met de ingrijpende behandeling en besloten een second opinion te vragen bij haar eigen tandarts in Nederland. De tandheelkundige dame uit Udon ried een dergelijk uitstel af om voor de hand liggende redenen: de gezondheidsrisico’s voor mijn vrouw. Heel aardig van haar. Terug in Nederland kort na haar verwoestende diagnose met knikkende damesknietjes een spoedje bij de eigen tandarts geregeld met een ontluisterende conclusie: niet één gaatje te ontdekken. Misschien nog eens goed kijken? Nee, het bleef bij nul gaatjes. Opluchting alom want bijna waren 10 kerngezonde tandjes door een geldhongerige tandarts naar de mallemoer geboord. Gelukkig wilde ze er dan wel meteen een vulling achteraan proppen voor dat geld. Soms is ook duurkoop gewoon….duurkoop.
Nu zijn we alweer jaren verder en is er bij haar in al die tijd nooit een gaatje bijgekomen en verorberen de stralend witte tandjes dagelijks met groot gemak de vaak bizarre menu’s die de Thaise keuken rijk is. Als een jonge hyena kan ze er botten en kraakbeen van kippen mee vermorzelen, zonder met de ogen te knipperen of barsten op te lopen in haar tandemail. Eind goed, al goed, om het clichématige ‘happy end’ voor één keer niet te gebruiken.
Disclaimer:
En, oh ja. Dit was een vertelling met uitsluitend amusementswaarde, dus geen met referenties te staven wetenschappelijk verantwoord essay. Het was ook op generlei wijze mijn intentie om tandartsen of hun patiënten, waar dan ook ter wereld in een negatief daglicht te plaatsen. Wie dus alsnog voor leden van deze zo belangrijke beroepsgroep en hun klantenkring in de bres denkt te moeten springen heeft deze disclaimer niet gelezen of fout geïnterpreteerd, hoewel hij nauwelijks voor meer dan één uitleg vatbaar lijkt voor de werkelijk aandachtige lezer. Er zitten verder geen verborgen boodschappen in het verhaal verwerkt, ook niet bij het van voren naar achteren lezen en als dat geheel onverwacht toch het geval zou blijken te zijn, dan was het niet met voorbedachte rade.
Over deze blogger
- Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.
Aantal keren gelezen: 65