Net als je dacht dat het laatste woord nu wel erover geschreven en gelezen is, komt covid toch nog even om de hoek kijken in deze blog. Wie er grondig de neus vol van heeft of het zojuist succesvol heeft bestreden of verdrongen uit zijn geheugen mag van harte verder scrollen naar de volgende inzending, maar zal dan wel een aantal belangwekkende en volledig waargebeurde, misschien zelfs schokkende ervaringen missen. Dat is dan de prijs die betaald wordt voor dergelijke staaltjes van struisvogelpolitiek. Het blijft gelukkig een vrije keuze, wat in de recente geschiedenis ook wel eens anders is geweest.
Laat ik beginnen met de opmerking dat ik in de wat grotere populatie van de gelovers val, door de ontkenners doorgaans wat onbeleefd schapen genoemd. Ik kan met mijn gele boekje en desnoods met de vele inmiddels weer dicht gegroeide gaatjes in mijn linker bovenarm aantonen dat ik alle prikken plus hun boosters tot mij heb genomen. Vrijwillig en enthousiast. Niet dat het verder iemand boeien zal, maar het zou kunnen. Het verbroedert en het stoot af. Mijn intentie is echter absoluut niet om oude, deels nog niet geheelde meest geestelijke wonden open te halen bij vriend of vijand met de navolgende verhaallijn. Want wat heeft deze periode van nog maar enkele jaren geleden huisgehouden in de levens van velen. Letterlijk weggevallen familie, beroemdheden, vrienden, isolatie, maskertragedies, eenzaamheid, vriendschappen en familiebanden die plots ophielden te bestaan. Goede collega’s die elkaars bloed opeens wilden zuipen. Miljoenen drama’s, waarbij zo’n beetje ieder lid van de mensheid ergens persoonlijk betrokken was.
Ik denk dat daarbij de ontkenners de gelovers meer haatten dan omgekeerd, maar gelukkig zijn de meesten van hun wat kort van geheugen, ook zonder ingespoten DNA-mutaties, trackers en microscopische tijdbommetjes en wordt nu over niks meer moeilijk gedaan, net als over de ondergang van de wereld in 2012, waarover de dag erna ook niemand meer repte. Die Apocalyps is gewoon voorlopig doorgeschoven, naar een nog nader vast te stellen tijdstip. Ik ben gewoon oprecht blij dat de ‘gifspuiten’ mij niet exact 1 jaar na eerste toediening samen met 90% van de eveneens ingespoten mensheid hebben uitgeroeid, zoals niet slechts voorspeld door de andere 10%, maar zoals ze mij onwrikbaar verzekerden. Een nieuwe tijdspanne hebben ze mij niet doorgegeven, dus ik leef iedere dag alsof het mijn laatste is. Ach, vergissen is weliswaar niet wenselijk, maar wel degelijk menselijk en in deze situatie ook de betere oplossing, alhoewel sommige minkukels een substantiële uitdunning van de mensheid wel hadden toegejuicht, zolang ze zelf niet uitgedund werden. Ik verontschuldig mij in hun naam dan ook op voorhand bij de nabestaanden van slachtoffers die het virus niet overleefd hebben en dus ook bij mijzelf.
Herinneringen komen aandrijven op de Rijn
Nee, de reden dat ik weer een keer moest denken aan de achter ons gelaten rampspoed is eigenlijk nogal banaal. Sinds ik met pensioen ben, maar (nog) niet in Thailand woon breng ik samen met mijn vrouw ieder jaar enkele dagen door op een cruiseschip dat ons de Rijn op en neer vaart. Een drijvend hotel met een kneuterige, weldoorvoede gezelligheid aan boord die we dan delen met vooral (andere maar vaak meer) bejaarde luitjes die soms behoorlijk veel moeite hebben om via de loopbrug aan boord te komen en na afloop weer er vanaf. Ik vind het geweldig, zeker nu het destijds zo gevreesde virus min of meer onder controle is en de voorzorgsmaatregelen tegen een uitbraak van om het even welke virale of bacteriële aandoening zich beperken tot strategisch opgestelde dispensers van ontsmettende vloeistoffen en foams, waarvan men geacht wordt gebruik te maken bij het betreden van het schip of de eetgelegenheden. Hoewel er ook tijden zijn geweest dat men pas aan boord mocht na een ter plekke uitgevoerde test met het staafje in neus of keel (gelukkig niet zo hardhandig als bij de GGD) en daarna met een masker op en handschoenen aan door het buffet mocht struinen, wordt de hygiëne actueel toch door velen al wat meer met voeten getreden en de zuiltjes met spray vaak onverrichter zake gepasseerd.
Ik weet niet of het daaraan lag, maar na een op zich hele leuke week verliet ik 2 kilo zwaarder, maar ‘doodziek’ (als in behoorlijk grieperig) het schip in Keulen en was blij dat ik op de kade door familie opgepikt werd en mij niet zelf naar huis hoefde te rijden. Nu, zo’n tien dagen later ben ik nog steeds wat aangedaan. Ik heb geen testje gedaan, want de voorraad in mijn kast kent alleen maar uitgedroogde flaconnetjes met testvloeistof, dus ik kan hier niet onthullen of het een van de inmiddels talrijke covid mutanten is geweest of een ouderwets griepje dat de vakantievreugde op de valreep heeft verpest. Maakt ook verder niks uit. Ik hoorde wel van een stel bevriende bemanningsleden dat zowat de halve crew ook een weekje uitgeschakeld was, dus er zullen ook nog wel wat medereizigers met een virus op zak huiswaarts gekeerd zijn om het weer door te geven aan hun thuisblijvers. Over calamiteiten heb ik niks gehoord, maar de moderne varianten zijn gelukkig niet meer zo moordlustig als hun Chinese voorvaderen (om maar eens te spreken met DJT).
De benodigde heldinnenmoed voor een bezoekje aan moeder
Door lichte koorts geteisterd begon ik wel weer wat te hallucineren of te mijmeren over enige markante momenten die direct in relatie stonden met de wat angstige jaren waar we ons als mensheid onlangs eigenlijk nog doorheen moesten knokken. Om te voorkomen dat ze nog verder vervagen in mijn geheugen en uiteindelijk verdwenen zijn schrijf ik hier een paar ervan op. Niks wereldschokkends in de grote maalstroom van de pandemie, maar gewoon een paar persoonlijke belevingen. Het waren voor mij, net als voor velen wat (= eufemisme) angstige en onzekere tijden. Zoiets hadden we immers sinds de Spaanse griep niet meer meegemaakt, maar na een tijdje begon het tij wat te keren en ontstonden er weer mogelijkheden om te reizen en om weer de familie in Thailand te bezoeken. Hoewel dat land best bovengemiddelde restricties kende, was het toch niet helemaal op slot, zoals Nieuw-Zeeland, waar je een paar jaar lang alleen maar zwemmend naartoe kon reizen. Knap onhandig voor familiebezoekjes met volle koffers, maar gelukkig hangt niet hun halve bevolking in het buitenland uit zoals bij andere naties wel vaak het geval is. Al dan niet op zoek naar asiel.
Omdat alle beperkingen een langere onderbreking hadden veroorzaakt in onze reisfrequentie werd het weer eens de hoogste tijd om schoonmoeder te gaan opzoeken, waarmee het op zich opperbest ging, maar moeder en dochter hunkerden toch naar een spoedig weerzien. Er kwam echter nogal wat kijken bij een dergelijke onderneming en ik kon mij er zelf niet toe zetten die van overheidswege opgelegde ontberingen tegemoet te treden. Maar mijn vrouw wilde het avontuur wel aangaan. Na de benodigde vaccinaties, tests en een handvol administratieve formaliteiten in Nederland en online landde haar nagenoeg lege vliegtuig op een eveneens nagenoeg uitgestorven Suvarnabhumi vliegveld, waar een onwerkelijke wereld was gecreëerd om een klein virusje te slim af te zijn.
Voorgeprogrammeerde looproutes met individuele begeleiders in ruimtepakken, rijen stoeltjes om te wachten op je gids, dichte winkels, maskers op ieder gezicht, niks herinnerde meer aan de gezellige drukte en sfeer van weleer. Zo hoorde ik achteraf van vrouwlief, want ik zat zelf immers gewoon veilig in mijn Nederlandse woonkamer op mijn telefoon te loeren naar de avonturen die mijn stoere wederhelftje beleefde in haar virusvrije moederland. Na een individuele taxirit in een als ruimteschip verkleed busje kwamen er voor haar de geplande twee weken in de Bangkokse hotelkamer, die één keer verlaten mocht worden voor een wattenstaaf testje door een vrouwelijke astronaut in een plexiglas box. Geen wandelingen in de hoteltuin, om het zwembad en een balkonnetje was er ook al niet. Eten werd netjes drie keer per dag voor de deur gezet en als ze na de klop snel naar de deur rende kon ze in de verte nog net de leverancier om de hoek zien stuiven, op de vlucht voor een mogelijke besmetting.
Samengevat kan gezegd worden dat het twee moeizame weken geweest zijn, die ze mede door geïmproviseerde sportactiviteiten en dagelijkse 7/11 leveringen mentaal ongeschonden doorstaan heeft. Ik zou het zelf absoluut niet aangekund hebben, in de nacht ontsnapt zijn om vervolgens door de Thaise veiligheidsdiensten opgejaagd en als potentiële massamoordenaar levenslang opgesloten te worden tot het de koning ooit zou behagen mij amnestie te verlenen.
Eindelijk weer vrij om buiten lucht te happen
Maar zover kwam het niet en mijn vrouw mocht na de twee weken eenzame opsluiting en na een tweede negatieve test met een speciaal geprepareerde taxi en idem chauffeur noordwaarts reizen om haar gemaskerde moeder eindelijk weer in de armen te kunnen vallen. Vandaag zegt ze dat die twee weken isolatie haar eigenlijk goed hebben gedaan. Ze mist die hotelkamer zelfs. Ze heeft geleerd hoe het is om langere tijd op jezelf teruggeworpen te worden, letterlijk zonder intermenselijk contact. Als een soort extreme retraite of kluizenaarschap. Uiteraard niet zonder te vermelden dat ze mij wel 24/7 heeft gemist. Eind goed al goed, hoewel op dat moment al 2 van de 4 voorziene vakantieweken verstreken waren. Na een door mij uiteraard ingewilligd verzoek heeft ze er maar één extra weekje aangeplakt.
Veel farang echtgenoten zullen hun liefjes deze moeizame familiebezoekjes hebben zien afleggen en sommigen zijn zelfs zo vermetel geweest de isolatiekamer twee weken lang te delen met hun levensgezellen en hoewel daar zeker voordelen aan verbonden zullen zijn geweest kan ik mij ook voorstellen dat gescheiden kamers of lekker thuisblijven tot minder wrijvingen had geleid. Kon men nog altijd stiekem in het holst van de nacht even op visite gaan in de hoop dat de receptie geen 5 etages afstand had ingebouwd om dergelijke gevaarlijke en lichtzinnige ongeregeldheden te vermijden, want ze waren me toch een partijtje serieus met dat virus en wellicht heeft dat ook de schade enigszins beperkt, hoewel nadien beschouwd in meer open landen ook niet meer slachtoffers gevallen schijnen te zijn dan in Thailand. Allemaal gepraat achteraf natuurlijk, maar goed, vooraf viel er ook minder over te vertellen.
Niet eens zo heel erg lang daarna versoepelde de Thaise regering de spelregels enigszins tot grote opluchting, niet alleen van de autochtonen maar ook van ons reizigers. Waarschijnlijk waren er nieuwe inzichten, want de pandemie werd steeds minder mysterieus en ook de gigantische druk van een grotendeels wegvallende toeristenindustrie en -economie hielp met het verder openstellen van het tot dan vrij hermetisch afgesloten land, met weliswaar voldoende lekkages aan de lange open grenzen met bijvoorbeeld Myanmar, maar daar kon je als doorsnee toerist doorgaans je voordeel niet mee doen. Behalve Birmese toeristen te voet maar dat zullen er niet al te veel geweest zijn.
Nu durft de farang het ook wel weer aan, maar oei!
Ook wij boekten snel een ticket, deze keer ook voor mij met als enige beperkende conditie even een nachtje in een Bangkoks quarantaine hotel met een testje bij aankomst. Kinderspel. Helaas, de ervaren lezer zal het al verwacht hebben: mijn vrouw testte positief, ook al voelde zij zich kiplekker en toonde ook geen enkele van de standaard symptomen. De vriendelijke, maar zichzelf zeer serieus nemende verpleegkundige veroordeelde ons ter plekke tot 2 weken eenzame (maar wel gezamenlijke) opsluiting in het hotel, want virusdragers vielen helaas weer terug in het voorheen geldende protocol van quarantaine. Even was ik werkelijk in paniek, want het ontwaarde virus zette een flinke streep door onze vakantieplannen, te beginnen met de weggevallen aansluitende vlucht naar Udon de ochtend erna en gevolgd door de angst voor de gevreesde cabin fever, veroorzaakt door de langdurige eenzame opsluiting of de kwelling van 14 dagen gedwongen samenzijn met je geliefde op nog geen 20 m² met alleen maar een paar Thaise zenders op de afgekloven tv. Gelukkig hadden de dames een intervrouwelijke klik en vond de testmadam bij nader inzien de maatregelen ook tamelijk draconisch, maar haar handen waren toch gebonden, tenzij……
Er komt nu geen oplossing van geldelijke aard, maar eentje die goed meedenken en ook meevoelen vergde. Eureka! We konden ook thuis in quarantaine, mits daartoe de vereiste praktische mogelijkheden voorhanden waren in ons huisje in Udon. Hadden we in een hotel gelogeerd dan was deze optie er helaas geen geweest. Na een halve dag bellen en regelen, faxen en verklaren dat zowel de dorpsoudste als de lokale huisarts met onze verplaatsing akkoord gingen werd het vliegticket gecanceld (en maanden later ook terugbetaald) en een taxi ingehuurd voor de normaal 8 uur durende rit die voor deze gelegenheid helaas meer dan 10 uur duurde wegens meer mensen onderweg die niet vliegen konden.
Het tarief viel ook reuze mee, zo’n 5000 baht uit het blote, maar gemaskerde hoofd. De chauffeur was vriendelijk, maar ging continue gekleed als een kosmonaut en midden in zijn taxi stond een groot scherm van plexiglas met een nieuwe doorgang voor frisse lucht achterin. Plaats voor mijn voeten maat 44 was er niet meer veel, tenzij ik ze dwars neerzette, wat echter moeilijk vol te houden bleek al die uren. Onderweg stopten wij gelukkig regelmatig, konden even gemaskerd naar de wc of drank en snacks kopen bij de 7/11 wat een lichte indicatie was dat het systeem van preventie niet 100% virusdicht was. Maar wij beklaagden ons niet over deze foutmarge. Bij aankomst thuis vroeg de chauffeur of hij even zijn astronauten pak moest uittrekken om de dorpsgenoten niet de stuipen op het lijf te jagen en dat deed hij na bevestiging ook zonder morren van achter zijn stuurwiel. Wij stapten met onze koffers uit alsof we zo van het vliegveld in Udon kwamen aanrijden. Zonder slapende honden wakker te maken.
Alles komt nog min of meer goed
We gaven de goede man nog 500 baht fooi mee, wat eigenlijk diefstal was gezien de extra lange duur van de trip, maar hij leek er tamelijk verguld mee. Fooien zijn in Thailand dan ook geen echte must zoals in andere landen, waar een te geringe fooi tot een (virtuele) oorvijg kan leiden. We hebben de twee weken ook netjes thuis doorgebracht, nooit zeker wetend of de dorpsoudste geen spionnen had uitgestuurd om ons te controleren en zelf waren we ook te bang om door burgerlijke ongehoorzaamheid in de problemen te komen. Een verplichte (en van overheidswege gratis verstrekte) test tussendoor die intussen negatief uitpakte was volgens arts en autoriteiten geen argument om de twee weken met de helft in te korten. Maar ik kreeg er geen cabin fever van, wat me in een donkere hotelkamer wel geheid overkomen was, om nog maar te zwijgen over de extra kosten van 2 weken hotelopsluiting, wat destijds aanzienlijk duurder was dan een regulier verblijf in dat soort accommodaties. Ze draaiden volledig op de corona pandemie, want dat was immers het enige type gasten die ze konden verwachten in die maanden.
Achteraf viel alles dan ook reuze mee en de verveling sloeg nooit echt hard toe, geen slaande ruzie met schoonmoeder, want dat is een heel vriendelijk en meegaand typetje en ook de totaliteit van extra uitgaven was minimaal geweest wat ook altijd helpt bij het verwerken van dergelijke ongemakken. Maar dikke pech was het toch geweest om positief te testen, waarschijnlijk door een paar losse virusdeeltjes die nog in de overigens schattige neus van mijn liefje bivakkeerden na een al lang genezen infectie van weken ervoor.
Het leven wordt weer normaal, maar met flinke littekens
Daarna ebde de paniek langzaam weg uit het land en de wereld en kwam alles weer op gang als van tevoren, met alleen hier en daar wat lege stoelen in westerse families of op het rieten matje in Thaise kringen. We gingen braaf onze spuitjes halen (of niet), waarbij menigeen halverwege alweer daarmee stopte, zich vragen stellend bij de werking ervan. Ik kreeg er zelf overigens ook zo’n ‘baat het niet dan schaadt het niet’ gevoel bij, maar kan me ook goed voorstellen dat serieuze twijfelaars en zeker de verschillende categorieën van wappies (excuser le mot, maar ze hebben mij dan ook vaak voor onnozel schaap uitgemaakt) en flat earth-ers (geen excuus vereist) vriendelijk pasten voor al dat irritante geprik. Ieder zijn eigen visie.
Maskers bleven in Thailand het straatbeeld bepalen alsof het een nieuw modeverschijnsel was geworden, maar waarschijnlijk ook omdat ze tegen uitlaatgassen zouden helpen en vanwege de sterke sociale druk door medeburgers. Toen het ministerie van volksgezondheid ze niet langer verplicht stelde, smeet ik ze gelijk in de prullenbak, tot grote shock van stadsgenoten die ze nog koesterden alsof hun leven ervan af hing en mij ervan verdachten dat leven te willen inkorten. Dat zij burgerlijke ongehoorzaamheid uitoefenden en ik niet, deerde niemand. Soms zette ik onder de sociale druk van buitenaf maar weer eens onder protest zo’n ding op mijn neus, ook om mijn vrouw in het openbaar te ontzien. Inmiddels zijn in Udon Thani en de rest van het land de dragers nu weer een zeer ruime minderheid geworden die niemand meer de wil kan opleggen, ja zelfs soms bevreemd wordt nagekeken door medeburgers.
Slotopmerkingen en bijzonder verzoek
Ik draag dit stukje zonder wrok naar wie dan ook op aan mijn bloedbroeder Kam, mijn voormalige zwager, die naar verluidt overleed na onvrijwillige inname van het hierboven vermelde virus. Een bijna onzichtbaar, maar oh zo dodelijk blauw bolletje met stekels dat zich vast in zijn longen vestigde en van daaruit zijn dodelijke missie uitvoerde. Mijn geschrijf is hier op onze blog qua reikwijdte niet bepaald een bestseller of kaskraker, maar slechts een stukje onvervalste culturele proza van de middelste plank, met bescheiden bereik, maar we moeten het ermee doen. En dat doe ik uiteraard van harte. Bedenk dat mijn eerbetoon aan de dierbare overledene uit een goed en bovenal steeds oprecht hart komt.
Ik vraag bij deze voor hem ook een behoorlijke reïncarnatie aan bij de daarvoor aangewezen religieuze autoriteiten, niet wetende of hij intussen al aan een volgende ronde begonnen is. Hij overleed immers al wat vroeger in de pandemie. Ik weet ook niet exact hoe deze formule werkt, maar het liefst moge hij terugkeren als zichzelf: een rustige hardwerkende keuterboer met wellicht een diep innerlijk. Ondanks onze grote verbondenheid ben ik er nooit achter gekomen of hij dat had. We spraken elkaars taal niet en onze vertalers hadden doorgaans beters te doen. Ik had eens het idee opgevat een rotstuin aan te leggen bij ons nog te bouwen huis en kennelijk heeft hij iedere dag een mooie grote kei meegebracht van de berg die grensde aan de familie akkers. Helaas heb ik het resultaat van zijn verzamelwoede nooit kunnen bewonderen, want intussen was ik van de zus van zijn vrouw gescheiden (zonder ooit met haar getrouwd te zijn geweest), maar blijkbaar was de tuin in de loop der maanden en jaren door hem dicht gelegd met rotsen voor mijn project dat er nooit gekomen is. Dus ook een fijne reïncarnatie zodat hij in een tweede aanloop weer op zijn Isaan tractortje naar de eeuwige rijstvelden kan tuffen er een kei voor me kan oprapen, het veld eindeloos bewerken en in de avond als vroeger naar huis terug kan keren, om er vermoeid, maar voldaan een goede man, schoonbroer en schoonzoon te zijn, alvorens zich op zijn platte matrasje te rusten te leggen.
Mocht dat met die reïncarnatie toch niks worden (ik sta er zelf vrij sceptisch in) dan blijft hij voor altijd goed in mijn herinnering leven. Natuurlijk lang niet zo glorieus als een fijne reïncarnatie, maar we moeten als mensheid nu eenmaal roeien met de beschikbare riemen, ook in de verre religieuze uithoeken van het Noordoosten.
Vaya con Boeddha Kam.
Over deze blogger
- Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.
Aantal keren gelezen: 155