De zon ging langzaam onder boven het dorp waar ze woonden, ergens in het noordoosten van Thailand, ver van de glitter en de chaos van Bangkok. Frank zat in de schaduw van het houten huisje dat hij samen met zijn vriendin Lek had gebouwd. Of nou ja, waar hij het meeste geld voor had betaald. Het huis had iets rustgevends, met de geur van hout en de nabijheid van de rijstvelden, maar er hing ook altijd een soort onuitgesproken spanning in de lucht. De stilte tussen hen voelde tegenwoordig als een afgrond.
Lek had net een telefoontje gehad van haar jongere broer. De vierde deze week. Frank had het gesprek half gevolgd terwijl hij een sigaret rookte, zijn blik op het uitdijende landschap gericht, maar haar toon was niet te missen, zacht, bijna verontschuldigend, zoals altijd als het om haar familie ging. Na het gesprek had ze hem nauwelijks aangekeken en was ze stilletjes naast hem komen zitten. Het voelde als een herhaling van iets wat ze al te vaak hadden meegemaakt.
“Hij heeft weer geld nodig”, zei ze uiteindelijk, zonder echt naar hem op te kijken. Haar stem was zacht, maar haar blik was sterk en onverzettelijk, zoals hij haar had leren kennen. Frank knikte, zich inmiddels te goed bewust van hoe deze gesprekken verliepen. Elke maand leek er wel een nieuw verhaal te zijn: een ziekenhuisrekening, een motorreparatie, schoolgeld voor een neefje of een lening die niet kon wachten. Altijd was er iets en altijd viel de verantwoordelijkheid op zijn schouders.
“Lek, ik werk hard,” begon hij, zijn stem iets te scherp naar zijn zin. “Ik probeer alles te doen om een toekomst op te bouwen, maar zo kunnen we niet blijven doorgaan.” Hij probeerde kalm te blijven, haar de situatie uit te leggen zoals hij dat al vaker had gedaan. Maar diep vanbinnen begon iets te knagen, een gevoel van uitputting dat hij nauwelijks nog kon verbergen.
Ze zweeg, haar blik gericht op de grond, alsof zijn woorden de last nog zwaarder maakten. Ze was op haar eigen manier loyaal aan hem, maar haar familie was altijd aanwezig, een constante schaduw die hun relatie onder druk zette. Voor haar familie was Frank de buitenlandse redder, “de garant” zoals haar broers en zussen hem gekscherend noemden. Een farang met diepe zakken, een man die het allemaal kon betalen. Dat hij zich ook maar een eenvoudige werkman voelde, leek hen niet te interesseren.
“Ze verwachten het gewoon”, fluisterde ze uiteindelijk. “Voor hen is het logisch. Jij hebt het, zij hebben het nodig.” Haar woorden, eenvoudig en onbevangen, prikten als spelden. Alsof hij vanzelfsprekend als een onuitputtelijke bron moest dienen. Frank voelde zijn woede opkomen, niet omdat hij niet om haar familie gaf, maar omdat hij zich steeds minder als een partner voelde. Hij was de geldschieter geworden, degene die altijd moest geven, zonder dat iemand vroeg of hij nog kon of wilde.
“En wij dan?” vroeg hij, zijn stem zachter. “Wat gebeurt er met ons, Lek? Elke keer dat ik geld stuur, wordt de druk alleen maar groter. Hoe kunnen we zo een toekomst opbouwen?” Hij wilde dat ze hem begreep, dat ze zou zien hoe zwaar dit voor hem was. Maar in haar ogen zag hij een mengeling van onbegrip en verdriet, alsof hij haar verraadde door niet alles te willen geven.
Er viel een lange stilte tussen hen, gevuld met de geluiden van de avond, het gezoem van insecten en het verre geblaf van honden. Frank wilde haar aanraken, haar zeggen dat hij van haar hield, maar zijn hand bleef halverwege steken. Het voelde alsof elke aanraking een nieuwe belofte was, een nieuwe verplichting die hij misschien niet meer kon nakomen.
Lek stond langzaam op en liep naar binnen, haar silhouet klein en kwetsbaar in de schaduw van het huis. Hij bleef achter, roerloos, terwijl de duisternis om hem heen dichter werd. Misschien hadden ze elkaar vanaf het begin niet helemaal begrepen. Voor hem was hun relatie een samensmelting van hun levens, van twee werelden die ze samen wilden verkennen. Voor haar was het misschien een redding, een nieuwe kans voor haarzelf en haar familie, maar met onzichtbare lijnen die haar altijd zouden verbinden met haar verleden.
Die nacht lag Frank wakker, de schaduw van Lek’s familie als een onzichtbare muur tussen hen in. Hij besefte dat hij misschien altijd een buitenstaander zou blijven, de rijke farang, de garant, zelfs als hij zich zo niet voelde. De vraag of hun liefde deze druk zou overleven bleef knagen. Het enige wat hij zeker wist, was dat hij voor het eerst twijfelde of hij die rol nog langer kon vervullen en of zij hem ooit zou begrijpen, echt begrijpen, zonder dat de schaduw van haar familie over hen heen hing.
Over deze blogger
-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.
Aantal keren gelezen: 149